Bij aanvang van het debat bleek een ruime meerderheid van de zaal zich grote zorgen te maken over de toekomst van de zorg. Vrijwel iedereen maakt zich ‘enige zorgen’ of ‘veel zorgen’. Daarbij spelen twee ontwikkelingen een belangrijke rol: het groeiende tekort aan personeel in de zorg en de vraag of we als samenleving de zorg kunnen blijven betalen.
Volgens Hester Vermeulen, hoogleraar Verplegingswetenschap kan zinnige zorg zeker bijdragen aan oplossingen voor hogere kosten of tekorten aan personeel: “Je ziet dat er steeds meer aandacht komt voor reflectie. Is wat ik geleerd heb, nog steeds nodig? Laat voortschrijdend inzicht niet zien dat we het ook op een andere manier kunnen aanpakken? De Beter-laten-lijst is daar een mooi voorbeeld van. 66 initiatieven waarvan we gezamenlijk vinden: het kost tijd en levert de patiënt geen voordeel op. Zoals bijvoorbeeld het verbandmateriaal na de operatie. Onderzoek wijst uit dat verband over de wond na een operatie niet helpt tegen het voorkomen van een infectie. Het lijkt een kleine handeling, is het ook, maar de tijd die je er mee kwijt bent, loopt snel op.” Het belang van reflectie wordt dus erkend, tegelijkertijd ontbreekt vaak de tijd om te reflecteren. “Tijd is de belangrijkste factor om successen te boeken. Dat, samen met innovatief vermogen, tools en een lerend klimaat. De verpleegkundigen zijn de grootste beroepsgroep in de zorg, relatief kleine handelingen komen ontzettend vaak voor. Verbeteringen tellen daarom hard door. En vergeet niet dat het werkplezier voor de verpleegkundigen dan ook weer groter wordt.”
En de rol van de burgers en patiënten dan? Leggen we het probleem niet teveel de zorgaanbieders? Annet Boekelman, bestuurder van Stichting Volckaert oppert dat de zorg radicaal anders zou moeten. “Zorg is niet iets waar je klakkeloos gebruik van maakt. We moeten af van zorgen voor, maar moeten gaan zorgen dat. Zorgen dat mensen die te maken krijgen met zorg, door het systeem niet juist zieker of zwakker worden gemaakt. Een voorbeeld? In een verpleeghuis zijn vaak standaard beugels aanwezig in de wc. Heeft de oudere dame of heer dit niet nodig? Haal ‘m weg. Anders hebben ze het binnen no time wel nodig. Zorg er voor dat mensen niet achterover gaan leunen.” Het klinkt logisch, maar het vraagt om een andere kijk op zorg, een andere ‘mindset’. Volckaert werkt aan bewustwording op dit terrein met een theatervoorstelling gericht op cliënten, mantelzorgers en hun familie.
Ook Hans Peter Jung, huisarts in Afferden (N-L) hield een pleidooi voor een mindsetverandering in de zorg. Sinds een aantal jaar doet hij samen met VGZ een pilot ‘Meer tijd voor de patiënt’. Concreet betekent dat: langere consulten als dat nodig is en op basis van positieve gezondheid. “Je kijkt naar de dingen die de patiënt wel kan, we stellen ze de vraag ’Waar wil je naartoe?’ en niet ‘Waar wil je vanaf?‘. In 50% van de gevallen komt pijn niet door een aandoening. Als je dan koste wat kost wil weten waar iets vandaan komt, blijf je onderzoeken uitvoeren, die dus uiteindelijk niets opleveren. Bespreken wat iemand wel kan, doet mensen in veel gevallen snel beter voelen. De pilot heeft er voor gezorgd dat ik 25% minder verwijs naar het ziekenhuis, ik behoorlijk wat minder medicijnen voorschrijf, mijn patiënten meer tevreden zijn én ik weer veel meer werkplezier ervaar. We werken vanuit een ander perspectief: gezondheid van de patiënt in plaats van zorg voor de patiënt.”
Een prachtig resultaat, toch wordt de pilot in deze regio nog niet zo snel opgeschaald als Jung zou willen. Daar komt de spagaat van de zorgverzekeraar. Meer van dit soort pilots doen de huisartsen en de patiënten goed, maar er moet wel goed gekeken worden naar andere factoren. Als er meer huisartsen nodig zijn voor de andere aanpak, zijn die dan wel beschikbaar? En hoe kan de patiëntenstroom naar regioziekenhuis zich zodanig ontwikkelen dat het kan blijven voortbestaan? Daarvoor zijn gezamenlijke afspraken nodig tussen huisartsen en de betrokken ziekenhuizen in de omgeving. De aandacht daarvoor is er nog niet altijd, of niet op tijd.
Het leidt bovendien tot een discussie over schotten en de manier van financieren. De meningen verschillen: sommigen zijn voorstander van een pot geld voor zowel ziekenhuizen als huisartsen waaruit de zorg voor de hele regio wordt betaald. Anderen denken dat het op die manier de groei van kosten moeilijk te voorkomen is. Marjo Vissers, divisievoorzitter Zorg zei daarover: “Daarom werken we graag, samen met zorgaanbieders, stapje voor stapje aan inhoudelijke vernieuwing. Die initiatieven die goed blijken te werken, voor patiënten én voor de inzet van mensen en middelen, willen we groter maken. En dan maken we ook passende financiële afspraken. Daarvoor is gezamenlijk overleg nodig en dat voeren we ook met huisarts Jung, zijn collega’s en het betrokken ziekenhuis.”
Janleunis de Beij, directeur bij VVT-instelling Omring, ziet ook de noodzaak om meer over de schotten heen te kijken. Hij ervoer de kracht van samenwerking tussen verschillende zorgaanbieders – ziekenhuizen, huisartsen en thuiszorg - tijdens de griepgolf twee jaar geleden. De grote aantallen zieken, met name kwetsbare ouderen, in de regio Noord-Holland-Noord zorgde voor een tekort aan bedden. Door de inzet van de herstelbed-app hadden alle zorgverleners in de regio inzicht in waar er nog wél bedden vrij waren. Dat bleken er meer te zijn dan je als afzonderlijke huisarts of transferverpleegkundige kon achterhalen. De cliëntenstroom liep veel soepeler en mensen kregen sneller de zorg die ze nodig hadden, buiten de (dure) muren van de ziekenhuizen.
Na een avond inhoudelijk debat, met concrete voorbeelden over hoe het anders kan in de zorg, is dé oplossing nog niet gevonden. Wel is duidelijk hoe groot de zorgen over de toekomst zijn en dat er ook ruimte voor optimisme is. Zorgverleners en cliëntenvertegenwoordigers lieten zien dat er met een andere mindset ook nu al veel te bereiken valt en dat de wil er is. Iedereen wil dat de zorg toegankelijk blijft voor de mensen die dat nodig hebben en zoals een deelnemer zei: “Als we met elkaar in dialoog blijven, dan komen we er vroeg of laat wel uit.”
#onshartvoorzinnigezorg
De deelnemers aan het debat kregen aan het einde van het debat een exemplaar van “Ons hart voor zinnige zorg”. Een boek vol met persoonlijke verhalen van medewerkers van Coöperatie VGZ. Want ook binnen VGZ werkt iedereen op zijn of haar manier aan zinnige zorg. We laten anderen graag kennismaken met die passie. Daarom zijn deze verhalen zijn nu gebundeld in een boek. Bent u ook benieuwd? Blader er eens doorheen.