Een op de drie volwassen Nederlanders, in totaal circa vier miljoen mensen, biedt hulp aan een of meer zieke naasten, zo meldde het SCP in juli 2020. Inmiddels is dat aantal door voortzettende vergrijzing naar verwachting verder gestegen, hoewel recentere gegevens nog niet beschikbaar zijn.
Om meer inzicht te krijgen in de zorgen en behoeften van deze grote groep liet VGZ onderzoek verrichten. Daar kwam uit dat van de 506 ondervraagde mantelzorgers verspreid over het hele land, 47 procent aangaf erg bang te zijn de ander te besmetten; zij kruisten op een schaal van 1 t/m 10 een getal van 8 of meer aan.
“Je wilt dichtbij zijn maar het kan nauwelijks. Dat liefdevolle contact wordt anders uit angst voor besmetting van je naaste waar je voor zorgt”, reageert Marieke Braks, directeur Langdurige Zorg van VGZ op de resultaten. Zelf was Braks ook jarenlang mantelzorger, en wel voor haar vader, die inmiddels is overleden.
“De verzorgde is kwetsbaar, en juist de mantelzorger wil graag zo lang mogelijk dichtbij zijn en liefde tonen, maar daar kun je nu minder invulling aan geven”, aldus Braks. “Het zijn dilemma’s voor de enorme groep mantelzorgers in Nederland die vanuit een stille kracht waardevol en met aandacht zorg voor hun verwante leveren. Het speelt zich af achter de voordeuren en is nauwelijks zichtbaar. Deze groep verdient bemoediging en waardering, ook waardering voor hun bijdrage aan de samenleving.”
De 49-jarige Miranda van der Meulen uit Driel is eveneens mantelzorger. Ze stond als zesjarig meisje al te koken voor het gezin waarin ze opgroeide omdat haar moeder alcoholist was en is daardoor gewend al vanaf jonge leeftijd voor anderen te zorgen. Momenteel zorgt ze voor haar zus met oa een bipolaire stoornis en voor haar bejaarde vader die verlamd is.
Hoewel beiden op een apart adres wonen, is de zorg voor hen zo intensief dat Van der Meulen, die een voltijdsbaan had als hoofd personeelszaken van een grote organisatie, onlangs besloot een soortgelijke andere baan dichter bij huis te nemen omdat het anders niet meer combineren was.
“Ik heb mijn vader amper nog gekust de afgelopen anderhalf jaar, heel af en toe durf ik mijn hand nog op z’n schouder te leggen”, aldus Van der Meulen. “Ik werd en word er soms bijna panisch van, en vermijd contact met mensen van wie ik weet dat ze zich niet aan de contactregels houden.”
Extra angst om het zelf te krijgen heeft ze ook, vooral omdat ze dan niet meer voor haar vader en zus kan zorgen. “Of stel dat ik het aan hem geef en dat zijn hele afdeling in het verzorgingstehuis het ook krijgt. Dat zou verschrikkelijk zijn. Ik heb voor mezelf het afgelopen anderhalf jaar minder sociale contacten gehad, uit voorzorg.” Overigens blijkt uit het VGZ-onderzoek dat er naast angst de ander te besmetten, ook nog extra logistieke en emotionele druk voor veel mantelzorgers is vanwege de drukke decembermaand. Ruim 1 op de 3 mantelzorgers (38%) gaf aan de decembermaand bijzonder belastend te vinden. ‘Het is zwaar omdat ik in december nòg meer moet doen’, schreef een. Een andere geïnterviewde reageerde: ,Dit wordt de laatste kerst samen’.
Webinar bijwonen? Dat kan.