VGZ streeft naar nieuwe overeenkomsten met ongeveer twintig zorggroepen die samen landelijke dekking hebben. De helft daarvan is nu nagenoeg afgerond. Met de zorggroepen zijn onder meer afspraken gemaakt over:

  • Alleen inzet van ketenzorg voor mensen met chronische aandoeningen waar multidisciplinaire ketenzorg meerwaarde heeft ten opzichte van reguliere zorg door een huisarts;
  • Inzet van de ziektelastmeter, zodat huisartsen nog beter inzicht krijgen op de impact van aandoeningen op het leven van hun patiënten;
  • Regionale afspraken met o.a. ziekenhuizen, wijkverpleging en gemeenten namens de bij hen aangesloten huisartsen en afspraken over doorverwijzen en terugverwijzen naar ziekenhuizen, ook als die niet in de vorm van ketenzorg wordt aangeboden; 
  • Meekijkconsulten door specialisten om onnodige doorverwijzing naar de tweede lijn te voorkomen; patiënten profiteren hiervan omdat in dergelijke gevallen geen eigen risico geldt.
  • Doelmatig voorschrijven van medicatie, waardoor op een verantwoorde manier kosten van medicijnen kunnen worden beheerst.

Zinnige zorg
Door gericht te kiezen voor ketenzorg wordt voorkomen dat patiënten onnodig worden doorverwezen naar de tweede lijn. Daarnaast gaan de zorggroepen op basis van de afspraken met VGZ kritisch kijken welke patiënten meer nodig hebben dan de reguliere begeleiding  en dus juist kunnen profiteren van ketenzorg. Zo realiseren aanbieders en VGZ dat de beschikbare ketenzorg gepast wordt ingezet voor patiënten met de chronische aandoeningen diabetes, COPD, hart- en vaatziekten en astma. Het past in het streven van VGZ naar zinnige zorg: beter voor de patiënt, gedragen door zorgaanbieders tegen lagere kosten waar dat mogelijk is.

Regionalisering
Annemarie van Putten, voorzitter van Regiozorg Midden Holland (RZMH), een van de zorggroepen met wie VGZ al een contract heeft, benadrukt het belang van regionale samenwerking: “Het regionale aanbod wordt meer en meer afgestemd op de regionale vraag. Het is daarom goed dat de relatie tussen zorgverzekeraar en de regionale huisartsen constructief is. Daarom hebben we afspraken gemaakt over het inrichten van de zorg, gebaseerd op de erkenning van de belangrijke positie van de huisarts in het veranderende werkveld.”