VGZ kiest na overleg met diabetespatiënt voor biosimilar

In Nederland gaat nu voor 55 miljoen euro om in Lantus®, een medicijn dat nu veelal gebruikt wordt voor de behandeling van diabetes. Met de opname van Abasaglar in het voorkeursbeleid kan VGZ vele miljoenen euro’s besparen op de zorgkosten. Bovendien is Abasaglar als voorkeursgeneesmiddel goed nieuws voor verzekerden. Alleen bij VGZ zijn voorkeursgeneesmiddelen namelijk vrijgesteld van het eigen risico. Een diabetespatiënt kan hierdoor meer dan 100 euro per kwartaal aan eigen risico besparen. Veel diabetespatiënten krijgen eveneens zorg van een  huisarts of in de eerstelijns ketenzorg. Ook hier wordt het eigen risico niet mee belast.

Abasaglar is een zogenoemde biosimilar, een biologisch geneesmiddel dat soortgelijk is aan het origineel. Een uitgebreid klinisch onderzoeksprogramma heeft aangetoond dat Abasaglar en Lantus even effectief en veilig zijn voor mensen met diabetes type 1 en 2. De NDF heeft samen met de Diabetesvereniging Nederland (DVN) en zorgverzekeraar VGZ gekeken naar de inzet van Abasaglar als voorkeursgeneesmiddel. 

 

Samen met zorgaanbieders werkt VGZ aan zinnige zorg. Dat is betaalbare zorg die de patiënt centraal zet en verspilling en overdaad vermijdt. Inge de Weerdt, directeur van de Nederlandse Diabetes Federatie (NDF), is blij met de wijze waarop de verschillende partijen overleg voerden. “We zijn met elkaar de dialoog aangegaan om ervoor te zorgen dat de Nederlandse diabeteszorg en –preventie op hoog niveau blijft. Door het gezamenlijk optrekken in dit traject dienen we de patiënt het beste”, aldus de directeur van de koepel die mensen met diabetes, zorgverleners en onderzoekers verenigt.

 

Kijken naar individu

Patiënten die momenteel Lantus gebruiken, mogen dit tegen volledige vergoeding blijven doen. Onder vermelding van medische noodzaak kan de arts Lantus ook nog steeds voorschrijven aan nieuwe gebruikers. Deze uitzondering bestaat bijvoorbeeld voor kinderen en voor vrouwen die zwanger zijn of willen worden. DVN-voorzitter Margreeth Smilde vindt het goed dat er ruimte blijft om te kijken naar individuele situaties. “Uit ons overleg is een goed beleid voortgekomen. Voorschrijvers krijgen - als hen dat verstandig lijkt - in specifieke situaties de ruimte van het voorkeursbeleid af te wijken. VGZ zorgt daardoor dat maatwerk mogelijk blijft.”