Elk jaar berekenen zorgverzekeraars opnieuw de premie van de zorgverzekering. Wij vertellen u graag hoe wij dat doen. Om de premie te bepalen kijken wij onder andere naar de zorgkosten, hoeveel het kost om de zorgverzekering uit te voeren en de hoogte van het eigen risico.
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport maakt ieder jaar met Prinsjesdag de rekenpremie bekend. Het ministerie baseert deze premie op de kosten van de zorg die zij in het komende jaar verwacht en berekent wat dat per premiebetaler betekent. Voor 2025 verwachtte het ministerie een toename van de zorgkosten, onder andere door looninflatie, vergrijzing en medische ontwikkelingen. De rekenpremie bevat alléén de zorgkosten. De rekenpremie houdt geen rekening met het inkoopvoordeel dat zorgverzekeraars behalen door afspraken te maken met zorgverleners (zie ook 2) en ook niet met bedrijfskosten (zie 3) van zorgverzekeraars.
Coöperatie VGZ maakt afspraken met zorgverleners zoals huisartsen, ziekenhuizen en apothekers. Dat noemen we zorginkoop. De afspraken gaan over de kwaliteit van de zorg, hoe de zorgverlener met de klant omgaat en de kosten. Als we zorg van goede kwaliteit tegen een gunstige prijs inkopen en zorgen dat mensen dichtbij huis en snel geholpen worden, hoeven we minder geld uit te geven. Zo kunnen de premies lager blijven. Ook werken we samen met zorgverleners aan vernieuwingen voor betere zorg en verlaging van de kosten. Zo blijft de zorg betaalbaar en is er genoeg geld voor de zorg die u nodig heeft. Nu, maar ook in de toekomst. Daarnaast krijgt iedere zorgverzekeraar een bijdrage uit het Zorgverzekeringsfonds. Dit is de zogenaamde ‘vereveningsbijdrage’. Deze bijdrage is gebaseerd op de samenstelling van alle verzekerden van de zorgverzekeraar. Met behulp van de bijdrage kunnen zorgverzekeraars voor al hun verzekerden dezelfde premie rekenen. Dus ongeacht hun gezondheid of leeftijd.
Bedrijfskosten zijn de kosten die Coöperatie VGZ maakt om haar verzekerden een goede verzekering te kunnen bieden. Dus om goede zorg voor een betaalbare prijs in te kopen voor haar verzekerden. Maar ook om verzekerden goed te kunnen informeren over hun verzekering en de vergoedingen. Daarvoor hebben we goed personeel nodig en betrouwbare automatisering. Ook kosten voor de gebouwen vallen onder bedrijfskosten. Schadebehandelingskosten zijn de kosten die Coöperatie VGZ maakt om de declaraties af te wikkelen. Coöperatie VGZ kijkt voortdurend naar mogelijkheden om haar kosten verder te verlagen.
Coöperatie VGZ beheert de premiegelden die zij van haar verzekerden ontvangt op een verantwoorde en toekomstbestendige manier. Coöperatie VGZ spreidt daarom de risico’s. Het grootste deel van de beleggingen zit in vastrentende waarden. Omdat opbrengsten uit beleggingen onzeker zijn, verwerkt Coöperatie VGZ in 2025 geen toekomstig rendement uit beleggingen in de premie.
Deze video is alleen af te spelen als de tracking-cookies op onze website geaccepteerd zijn.
Zorgverzekeraars moeten van de overheid een financiële reserve hebben. Dit om onverwachte tegenvallers in de toekomst op te kunnen vangen. Doordat de zorg in Nederland jaarlijks duurder wordt, moeten ook de reserves ieder jaar een beetje stijgen. De hoogte van de reserves is gelijk aan de zorgkosten die we in drie maanden uitkeren aan al onze verzekerden.
Wanneer Coöperatie VGZ meer inkomsten heeft dan uitgaven, kan zij een deel van dit positieve resultaat (de winst) teruggeven aan de verzekerden. Dit gebeurt dan via een verlaging van de premie. Er is dan sprake van een onttrekking aan reserves.
Doordat de onttrekking aan reserves hoger is dan de toevoeging aan reserves is de toevoeging aan reserves per saldo nul.
Verzekeraars die gericht zijn op het maken van winst, rekenen een winstopslag bij de berekening van de premie. Maar Coöperatie VGZ heeft géén winstoogmerk en geen aandeelhouders. Coöperatie VGZ rekent dus ook geen winstopslag door in de premie.
Verzekerden krijgen korting als ze naast het wettelijk verplicht eigen risico een vrijwillig eigen risico nemen. Deze kortingen worden als opslag op de rekenpremie opgenomen in de premie.
Niet iedereen betaalt de zorgpremie. Zorgverzekeraars moeten inkomsten die ze mislopen verrekenen in de premie.
Coöperatie VGZ is een zorgverzekeraar zonder winstoogmerk. Dat betekent dat we niet gericht zijn op het maken van winst: ons doel is immers het organiseren van goede zorg, en we hebben geen aandeelhouders die van ons verwachten dat we hen winst uitkeren.
Toch maken we soms wel ‘winst’. Dat lijkt misschien tegenstrijdig, maar dat is het niet: elk jaar stellen we onze premie opnieuw vast, waarbij we een schatting maken hoe hoog de zorgkosten voor het komende jaar zijn. Dat kunnen we vrij nauwkeurig, maar helemaal exact lukt dat natuurlijk nooit. Daardoor houden we soms dus geld over (positief resultaat/’winst’), en soms komen we geld te kort (negatief resultaat/’verlies’). Deze bedragen klinken misschien hoog, maar ze zijn feitelijk slechts een fractie van het totale bedrag dat we jaarlijks voor onze klanten betalen aan zorgkosten. Over 2018 behaalden we een winst van 80 miljoen euro: dat is nog geen 1 procent van de ruim 10 miljard euro die we in dat jaar aan zorgkosten voor onze verzekerden betaalden. In de premies voor 2020 wordt ook rekening gehouden met het resultaat over 2019.
Naast de betaling van de reguliere zorgkosten (ziekenhuis, huisarts, apotheek, tandarts, fysiotherapeut etc.), financieren we ook tal van zorgvernieuwende projecten, zoals leertuinen, het ontwikkelen van good practices, wijknetwerken, mantelzorgprojecten, vernieuwingen in de GGZ. Wilt u weten hoe de verdeling van het geld over de reguliere zorgkosten eruit ziet, bekijk dan de euromunt.
We kunnen ook besluiten om het geld dat we overhouden aan onze verzekerden terug te geven, in de vorm van een beperking van de premiestijging. Dit jaar hebben we dat net als vorig jaar voor onze verzekerden kunnen realiseren
Soms besluiten we een deel van het positief resultaat toe te voegen aan onze reserves. Net als de meeste organisaties en huishoudens, houden we voor onverwachte kosten in de toekomst een financiële buffer aan: zo kunnen we ook bij tegenvallende inkomsten of hogere uitgaven aan onze verplichtingen voldoen. We moeten immers de declaraties van ziekenhuizen, huisartsen, apothekers en andere zorgaanbieders wel kunnen blijven betalen voor onze verzekerden. Ook De Nederlandsche Bank en de Europese regels stellen op dit punt strikte eisen aan zorgverzekeraars.