Bij de implementatie van dit beleid hebben wij de nodige administratieve nadelen ondervonden voor kraamzorgorganisaties, voor ziekenhuizen en voor onszelf. Vanzelfsprekend willen wij de zorg niet onnodig belasten met extra administratieve lasten. Zodoende zullen wij deze wijziging niet doorvoeren en zal het actuele beleid (van 2018) voor het verrekenen van partusassistentie gehandhaafd blijven.
Wat betekent dit voor u? Dit betekent dat u in 2019 wel de mogelijkheid, maar niet de verplichting heeft om (onderdelen van) de prestaties “Per uur partusassistentie” en de nevenprestatie “Per partusassistentie”, in geval van een poliklinische niet medische partus in een ziekenhuis, alsmede de prestatie “Per uur Kraamzorg”, conform de vigerende beleidsregel, via onderlinge dienstverlening in rekening te brengen aan ziekenhuizen. Indien u wél onderling wilt verrekenen, dient u hiervoor zelf de nodige, onderlinge afspraken te maken met het betreffende ziekenhuis. Levert u partusassistentie of kraamzorg in een Eerstelijns Geboortecentrum? Dan dient u alle prestaties met betrekking tot deze zorg – net als in 2018 – wél via onderlinge dienstverlening bij het Eerstelijns Geboortecentrum in rekening te brengen.