We staan voor passende en doelmatige zorg. Dit is zorg die voldoet aan de stand van wetenschap en praktijk, aantoonbaar meerwaarde heeft voor onze leden en past bij de hulp- en zorgvraag. Zo zorgen we ervoor dat iedereen de zorg ontvangt die nodig is. In 2024 hebben we de basis gelegd voor het passend inkopen van zorg en het bevorderen van transparant inzicht in de kwaliteit en doelmatigheid van geleverde zorg. Ook in 2025 hebben we hier bij het inkopen van zorg aandacht voor. Daarnaast motiveren we zorgaanbieders om de interventies van het programma ‘Passende Zorgpraktijken’ van het Zorginstituut Nederland in de praktijk toe te passen.
Het zorgprestatiemodel is sinds 1 januari 2022 de bekostigingssystematiek voor GGZ. Naast het feit dat dit model heeft gezorgd voor eenvoudige regels, duidelijke nota’s en eerlijke vergoedingen, biedt dit model ons nuttige inzichten in het zorggebruik van onze leden. Zo kunnen we op basis van declaratiegegevens bijvoorbeeld steeds beter en gerichter passend zorg inkopen. Op basis van al deze inzichten zien we grote verschillen in de frequentie waarmee en/of wijze waarop GGZ-aanbieders zorg leveren aan cliënten met vergelijkbare mentale hulpvragen. Soms zijn deze verschillen zodanig groot dat we dit niet kunnen verklaren en niet passend vinden. Bij het inkopen van zorg houden we nadrukkelijk rekening met deze inzichten. Bijvoorbeeld door een gedifferentieerd tarievenbeleid te hanteren.
Naast de feitelijke data over het gebruik van zorg, stimuleren we zorgaanbieders om routinematig klachten te meten, te evalueren over de behandeling en de uitkomsten hiervan direct toe te passen. Dit bevordert de doelmatigheid van behandelingen.
Dit doen wij onder andere door hen te motiveren om de bewezen Good Practice ‘Behandelmanagement’ te implementeren en deel te nemen aan lerende kwaliteitsnetwerken. Een lerend kwaliteitsnetwerk is een netwerk waarin zorgaanbieders actief aan de slag gaan met benchmarks en andere kwaliteitsinformatie. Zo worden bijvoorbeeld ROM-indicatoren afgezet tegen de (gemiddelde) behandelduur en worden de uitkomsten hiervan met elkaar vergeleken.
Dergelijke benchmarks geven zorgaanbieders handvatten om beleid en behandelmethoden verder aan te scherpen. Dit draagt bij aan het continu verbeteren van de kwaliteit van zorg en de transparantie ervan.
Geïntegreerde instellingen zijn vaak gespecialiseerd om zorg te leveren voor meervoudige complexe problematiek. Daarom kopen we deze zorg voornamelijk in bij geïntegreerde instellingen. Ambulante, monodisciplinaire zorg en multidisciplinaire zorg die in hoge mate voorspelbaar en planbaar zijn, kopen we alleen in bij ambulante zorgaanbieders.
We maken afspraken met zorgaanbieders over een zorgkostenplafond per setting, of over het aantal cliënten dat per setting behandeld wordt en hoe deze behandelingen gedeclareerd moeten worden. In het bijzonder besteden we hierbij aandacht aan de monodisciplinaire en multidisciplinaire behandelsettingen.
Hoogspecialistische zorg is complex en vraagt meer (indirecte) tijd van zorgaanbieders. Vanwege het complexe karakter van dit type zorg vinden wij het belangrijk om inzicht te hebben in de omvang en kenmerken van de specifieke cliëntgroep die deze zorg nodig heeft. We maken bij het inkopen van hoogspecialistische zorg een inschatting van het aandeel van dit type zorg binnen de instelling. Deze inschatting is onder andere gebaseerd op de ingevulde vragenlijst in VECOZO.
Gebaseerd op verschillende onderzoeken naar de meest effectieve vorm van verslavingszorg hanteren we, net als in 2024, voor deze zorg twee uitgangspunten:
Alleen cliënten met ernstige medisch/psychische co-morbiditeit, sociale desintegratie en/of een ernstige vorm van afhankelijkheid, kunnen aangewezen zijn op klinische behandelingen. Zodoende verwachten we van zorgaanbieders dat indicaties voor opname op een gestructureerde manier en met behulp van een triage-instrument (zoals de Mate of EuropASI) gesteld worden. Naast de juiste indicatiestelling monitoren we de ligduur. Wanneer de gedeclareerde ligduur structureel hoog is of wanneer het hoger is dan de stand van wetenschap en praktijk stelt, gaan wij hierover in gesprek met de zorgaanbieder. In dit gesprek maken we waar mogelijk afspraken over het verkorten van de ligduur per cliënt. Daarnaast maken we met zorgaanbieders afspraken om het klinische verblijf van cliënten tussentijds te evalueren. Bij dit soort evaluaties wordt getoetst of er nog klinisch verblijf noodzakelijk is of dat er een ambulante behandeling gestart kan worden.
Ambulante detoxificatie waar het kan, klinische detoxificatie waar het moet. Ook bij ambulante of klinische detoxificatie verwachten we van zorgaanbieders dat zij voor de indicatiestelling gebruikmaken van een triage-instrument. Vanwege het complexe karakter van dit type zorg vragen we zorgaanbieders transparant te zijn over de inzet van ambulante en klinische detoxificatie. Wanneer de inzet van klinische detoxificatie structureel hoog is, gaan we hierover in gesprek en onderzoeken we samen hoe ambulante detoxificatie mogelijk ingezet kan worden.
Wij kopen bij psychiatrische afdelingen van algemene ziekenhuizen en bij psychiatrische universitaire klinieken alleen die zorg in die noodzakelijk is voor mensen met complexe somatische en psychiatrische problematiek. Als er geen sprake (meer) is van complicerende somatische factoren verwachten wij dat de behandeling wordt overgedragen naar de reguliere GGZ. Voor klinische zorgvragen, die specifiek passen bij de medisch psychiatrische unit, stemmen we de voorwaarden af voor declaratie van verblijfsdagen met complexe somatische psychiatrische comorbiditeit.
Uit wetenschappelijk onderzoek komt naar voren dat de werking en effectiviteit van groepstherapie gelijk is aan individuele therapie. Op basis van onze declaratiegegevens zien we ruimte voor het vergroten van de inzet van groepstherapie. Dit biedt zorgaanbieders ruimte om meer cliënten te behandelen en daarmee bij te dragen aan de maatschappelijke opgaven zoals het verkorten van de wachtlijsten.
We zien een toename in de zorgvraag voor de behandeling van ADHD. Een aantal zorgaanbieders heeft hierover ook hun zorgen uitgesproken. Zij geven aan dat de toename in zorgvraag naar behandeling en/of medicatiebegeleiding grote druk legt op schaarse psychiatrische behandelcapaciteit. Dit leidt weer tot vermindering van het beschikbare zorgaanbod voor andere, vaak complexere zorgvragen. Wij vinden dit een onwenselijk situatie. Daarom oriënteren we ons samen met een select aantal zorgaanbieders op passende oplossingen.
Psychosociale zorg voor, tijdens en na behandeling van kanker behoort tot het domein van de huisarts, medisch specialistische zorg en algemeen maatschappelijk werk van de gemeente. Hiermee behoort het dus niet tot de GGZ. Wij kopen alleen psycho-oncologische zorg in voor onze leden, die naast psychosociale klachten of hulpvraag, een psychische stoornis (met aanspraak binnen de GGZ) ontwikkelen. Dan valt de behandeling van de stoornis namelijk wel binnen de GGZ.
Gedragsverslavingen zoals eetverslavingen, internetverslavingen, social media verslavingen, sportverslavingen en seksverslavingen zijn stoornissen die niet behoren tot Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM). De behandeling van deze gedragsstoornissen komen alleen voor vergoeding in aanmerking onder specifieke en landelijk vastgestelde voorwaarden.
We hanteren een gedifferentieerd tarievenbeleid. Voor 2025 stimuleren en ondersteunen we zorgaanbieders die een aantoonbare bijdrage leveren aan passende en doelmatige zorg. Dit doen we door desbetreffende zorgaanbieders gericht en transparant te waarderen in ons aanbod voor een overeenkomst.