De juiste hulpmiddelen maken het voor cliënten mogelijk om zelfstandig - of met minder hulp - hun dagelijkse handelingen uit te voeren. Dit vergroot de zelfredzaamheid thuis. En is positief voor zowel de cliënt zelf, als voor de zorgverleners en mantelzorgers.
De meeste mensen willen zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen huis blijven wonen. Ook als ze aanvullende zorg nodig hebben. Hulpmiddelen kunnen de zelfredzaamheid van mensen bevorderen en dragen op die manier bij aan de kwaliteit van leven. Tegelijkertijd is door de inzet van hulpmiddelen minder thuiszorg nodig. De wijkverpleging - die met personeelstekorten te maken heeft - wordt hierdoor ontlast. Juist vanwege de huidige vergrijzing zijn dit voor ons belangrijke uitgangspunten.
Een voorbeeld van een hulpmiddel dat de zelfredzaamheid vergroot én het werk voor wijkverpleegkundigen makkelijker maakt, is de klittenbandzwachtel. Klittenbandzwachtels in de acute zwachtelfase zijn veel makkelijker en sneller aan te brengen dan reguliere zwachtels (ACT). Soms kan de cliënt het zelfs zelf doen. Hierdoor kan de cliënt meteen actie ondernemen wanneer dat nodig is, zonder te wachten op hulp van buitenaf. Dit zorgt voor meer zelfstandigheid en flexibiliteit. Ook scheelt het veel tijd per cliënt voor de wijkverpleegkundige. En is er sprake van minder fysieke belasting voor de wijkverpleegkundige.
De inzet van aan- en uittrekhulpmiddelen voor steunkousen is een ander voorbeeld van zo’n hulpmiddel. Door de inzet van een passend aan- en uittrekhulpmiddel is er geen inzet van wijkverpleging meer nodig. Dat bevordert de zelfredzaamheid van de client, ontlast de wijkverpleging en zorgt voor lagere zorgkosten.