Wij streven samen met zorgaanbieders naar toekomstbestendige ouderenzorg. Door doelmatige inzet van hulp- en zorgverlening kunnen ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Hierbij richten we ons, in lijn met het IZA, op het stimuleren van een andere manier van werken en organiseren in de wijkverpleging. Samen met zorgaanbieders zetten we onder andere in op:
Zeggenschap in de zorg is van steeds groter belang, als zorgprofessional moet je de kans krijgen om inspraak te hebben binnen je eigen organisatie. We vinden het belangrijk om verpleegkundig zeggenschap te stimuleren voor zowel de verpleegkundige als de verzorgende. Meer zeggenschap leidt tot betere zorg, meer efficiëntie, minder regels en daardoor meer werkplezier. Wij verwachten dat iedere zorgorganisatie de zeggenschap van zorgprofessionals gestructureerd organiseert en borgt. Voor organisaties kan de Monitor Zeggenschap, ontwikkeld in opdracht van VWS, een bruikbaar hulpmiddel zijn om verpleegkundig zeggenschap binnen de organisatie in kaart te brengen. Een goed voorbeeld van zeggenschap is de ontwikkeling van de Beter Laten-lijst van V&VN. We moedigen aan dat zorgaanbieders aan de slag gaan met deze lijst. Daarnaast verwachten we dat iedere wijkverpleegkundige met enige regelmaat achter de voordeur komt om praktijkkennis op peil te houden.
Via passende zorg wordt voortaan zo gewerkt dat de professional het niet ‘voor’ de cliënt doet, maar zorgt ‘dat’ de cliënt zelf een handeling kan uitvoeren. Eventueel met behulp van mantelzorg en/of een hulpmiddel, denk hierbij bijvoorbeeld aan steunkousen of ogen druppelen. Dit zorgt er voor dat zowel de wijkverpleegkundige als de cliënt meer gericht is op wat er wél mogelijk is, en niet op wat de cliënt niet meer kan. Naast de ontwikkeling van ‘zorgen voor' naar 'zorgen dat’ vinden wij het gedachtegoed achter reablement en positieve gezondheid van belang. Met betrekking tot reablement zijn wij aangesloten bij de 4 landelijke pilots rondom reablement die momenteel lopen met een subsidie vanuit ZonMW. Wij werken mee aan de monitoring en evaluatie van deze pilots om zo te komen tot de juiste inzichten, waarmee we ons toekomstig inkoopbeleid kunnen vormgeven.
Om de zorg toegankelijk te houden, zijn we steeds op zoek naar nieuwe initiatieven die leiden tot zinnige en passende zorg. We verwijzen hierbij naar het programma ‘passende zorgpraktijken’ van het zorginstituut. We vinden het belangrijk dat zorgprofessionals zelf ideeën en initiatieven aandragen. Zij weten namelijk wat er speelt en wat er wel en niet goed gaat. Daarom gaan we ook in 2025 graag met zorgaanbieders in gesprek om te horen welke initiatieven echt werken. Dit gesprek voeren we met de zorgaanbieders, onze medisch adviseurs, innovatiemanagers en zorginkopers. Hierbij focussen we specifiek op initiatieven die een bijdrage leveren aan de toegankelijkheid van de wijkverpleging.
Zinnige zorg in de wijkverpleging draait om het verbeteren van zelfredzaamheid, innovatieve zorgvormen, de inzet van bewezen thuiszorgtechnologie en leren van elkaar. Dit zijn allemaal instrumenten die bijdragen aan passende zorg. Dit ondersteunen wij door de inzet van:
In de wijkverpleging geven wij extra aandacht aan de inzet van hulpmiddelen. Dit doen wij omdat hulpmiddelen de zelfredzaamheid van onze leden bevordert en het daarmee de wijkverpleging ontlast. Wij denken graag met onze zorgaanbieders mee. Laat het ons daarom weten als ons beleid met betrekking tot de inzet van hulpmiddelen barrières veroorzaakt in de praktijk. U kunt dit aangeven bij uw inkoper. Zo kunnen we samen kijken naar een oplossing.
De samenwerking tussen RHO’s (regionale huisartsenorganisaties), wijkverpleging, VVT (Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg) ziekenhuizen en de SO’s (specialisten ouderengeneeskunde) is belangrijk. Het netwerk rondom ouderenzorg dat hiermee ontstaat voorkomt zwaardere zorg of stelt die uit. Daarbij leidt samen proactief en preventief optreden op korte termijn tot minder instroom in het ziekenhuis. En op de langere termijn tot een verbeterde gezondheidssituatie van onze leden in de wijk.
Zo voorkomen we overlap en versnippering in de zorg en houden we eerstelijnszorg toegankelijk voor onze leden. Wij denken dat goede samenwerking mogelijk is door het opbouwen en onderhouden van relaties tussen aanbieders van wijkverpleging onderling, met het sociaal domein, huisartsen en ziekenhuizen. Het is naar ons idee niet altijd nodig om voor ieder onderwerp een aparte functie te contracteren. Regionale bestuurlijke commitment zien wij als een randvoorwaarde voor coördinatie en samenwerking in de wijk.
We zien dat onze leden de wens hebben om zo lang mogelijk verantwoord thuis te blijven wonen. Om dit mogelijk te maken is domeinoverstijgende samenwerking en toekomstbestendige zorg noodzakelijk. We willen daarbij de best passende zorg realiseren voor onze leden.
Wij zetten daarom in op zinnige domeinoverstijgende ouderenzorg om meer ouderen van passende zorg en ondersteuning te kunnen voorzien. Door minder inzet van professionals en gemiddeld lagere kosten per cliënt over de domeinen heen. Uitgangspunt is dat structurele bekostiging via een transparante constructie steeds vanuit het juiste domein moet komen. Waarbij we een effectieve ureninzet belangrijk vinden.
De eerstelijnszorg toegankelijk houden voor de mensen die dat nodig hebben en bijdragen aan gelijke kansen op goede gezondheid voor iedereen. Dat is het doel van de visie eerstelijnszorg 2030 die begin 2024 is vastgesteld. De visie is opgesteld voor en door partijen uit het veld. VGZ heeft, via ZN, deze visie ook mee ondertekend en vanaf nu gaan we met onze gecontracteerde zorgaanbieders aan de slag om uitvoering te geven aan de visie. Van de zorgaanbieders in de wijkverpleging verwachten wij dat ze zorgen voor een gemandateerde aansluiting bij het regionale eerstelijnssamenwerkingsverband.